afb. 29 juli 1949
‘De Mauk’, de rechtsback die van Jackson moest leren met links te trappenDen Bosch is in de vorige eeuw de stad van de sigarenmakers. ’Bosjesmakers’, worden ze ook wel genoemd, de mannen die de tabak bij elkaar binden waarna dekbladen uit Sumatra de sigaar compleet moeten maken. Tientallen van zulke bedrijfjes zijn er gevestigd, allemaal binnen de wallen van de stad. Gradus Weber heeft ook zo’n sigarenfabriekje, eerst in de Zusters van de Orthenpoort, een zijstraatje van de Hinthamerstraat, later op de Aawal.Gradus Weber is de vader van Harrie Weber, de verdediger die in twee wedstrijden bijdraagt aan de landstitel van 1948. Gradus Weber is een fervent BVV’er. ‘Hij is wel eens voor een uitwedstrijd tegen MVV heen en weer naar Maastricht gefietst’, vertelt Sjef Weber, de zestien jaar jongere broer van Harrie Weber. In zijn sigarenbedrijfje biedt Gradus Weber ook werk aan spelers van BVV. Naast zijn zoon Harrie en later ook zijn jongste zoon Gerard, werken Dré Saris , Piet van der Sluijs en Jan ‘Boerke’ van Stippent hier. Harrie Weber is al gestopt als speler wanneer hij het bedrijf overneemt van zijn vader. Harrie, Sjef en Gerard Weber zijn de drie zoons van Gradus Weber in een gezin met verder nog vijf dochters. Alle drie maken ze carričre als voetballer. Als linksback van BVV gaat Sjef (1937) in 1965 over naar FC Den Bosch, waar hij nog twee jaar betaald voetbal speelt. Gerard (1941) komt bij DOS (Utrecht), NEC en PSV tot 127 wedstrijden in de Eredivisie waarin hij als linksbuiten 18 keer scoort. Harrie Weber is 20 jaar als hij in het eerste elftal van BVV opduikt als vervanger van de geblesseerde Piet van der Sluijs. ‘Hij is nooit een vaste speler in het eerste geweest. Hij heeft zowel rechtsback als linksback gespeeld. In de jeugd heeft hij zich onder Jackson zelf moeten aanleren met links te trappen. Dat gold later ook voor mij. Van mijn broers is Gerard de enige echte linkse’, aldus Sjef Weber. Het ‘bankzitten’ is Harrie Weber in oktober 1946 kennelijk beu. Hij vraagt overschrijving aan naar stadgenoot Wilhelmina, samen met vier andere spelers van BVV: Toon Ritmeijer, Jan van Stippent, Jan Remmers en Hendrik Emans. Dat voornemen maakt Weber senior woedend. ‘Mijn vader was zo’n fanatiek BVV’er dat hij drie dagen langs niks kon zeggen als BVV verloren had en Wilhelmina wél gewonnen had. Pas op woensdag leefde hij dan op’, herinnert Sjef Weber zich. Een maand na het schrijven van de brief kan vader Weber opgelucht ademhalen. Harrie Weber trekt met Ritmeijer en Remmers zijn overschrijvingsverzoek in. In het seizoen 1947-1948 komt Harrie Weber pas in de kampioenscompetitie aan bod. In het openingsduel met PSV is hij na 15 minuten de vervanger van Thijs Sluiter, die een scheenbeenbreuk heeft opgelopen. Zeven weken later moet hij, thuis tegen Haarlem, na 27 minuten invallen voor Piet van der Sluijs. Als Van der Sluijs daarna ook in de laatste twee wedstrijden vrij snel moet uitvallen, wordt beide keren niet Harrie Weber, maar ‘good old’ Jan van Liempt als vervanger ingezet. Zijn positie als reserve en tweede-elftalspeler wordt in 1950 nadrukkelijk onderstreept met een bijzonder eerbetoon. Harrie Weber wordt gehuldigd omdat hij 10 jaar ‘tweede-elftaller’ is. In Het Huisgezin krijgt het jubileum speciale aandacht: ‘In de geschiedenis van BVV kent men diverse gevallen dat spelers 10 jaar of langer voor het eerste elftal zijn uitgekomen. Feiten die men bij BVV nimmer zonder meer laat passeren maar aangrijpt om een dergelijke speler die hulde te bereiden die hij als zodanig verdient omdat daaruit meer dan duidelijk de grote clubtrouw blijkt, wat vooral in deze tijd van het ronselen van spelers opvallend is en een bewijs hoe verknocht een speler aan zijn club kan zijn. Aanstaande zondag jubileert de speler Harrie Weber, zij het dan niet als eerste elftal-speler, dan is het toch als tweede-elftaller, en eerlijk gezegd, is dat nog unieker omdat het streven van elke speler er op gericht is het hoogste team te bereiken. Dat streven heeft ook Weber steeds bezield en diverse malen kwam hij dan ook uit in het hoogste elftal. Dat Weber desondanks steeds BVV trouw bleef en 10 jaar langs reeds zijn krachten in het tweede elftal bleef geven, stempelt hem tot een ware BVV’er en sportman.’ In de zomer van 1949 behoort Harrie Weber tot de zestien BVV-spelers op een internationaal toernooi op Curaçao. Daarna verschijnt zijn naam niet meer in de opstelling. Nadat hij is gestopt gaat Weber verder als jeugdtrainer en vervolgens als hoofdcoach van onder meer Zwaluw VFC, Avanti, Hertogstad, Concordia SVD en RKC. Van 1955 tot 1959 combineert Harrie Weber het trainerschap met een functie als bestuurslid van BVV. Daaraan komt een einde door de schorsing voor vier maanden omdat hij medeverantwoordelijk wordt gehouden voor de poging tot omkoping van international Wim Landman in 1956, een affaire die in 1959 breed wordt uitgemeten in vrijwel alle Nederlandse media. De omkoping is aan het licht gekomen door ruzie binnen het bestuur van BVV, waarin Weber en zijn oud-medespeler Jan van Liempt in 1958 tevergeefs proberen hun vroegere succestrainer Charles Jackson te lozen. Als de sectie betaald voetbal van BVV in 1965 opgaat in de nieuw gevormde stichting FC Den Bosch / BVV wordt Harrie Weber trainer van de amateurs van BVV. Vanuit de vierde klasse bereikt BVV in 1971 onder zijn leiding de eerste klasse, het dan hoogste niveau in het amateurvoetbal. Twee jaar later stopt Weber als trainer bij BVV en wordt hij benoemd tot erelid. Tegelijkertijd runt Harrie Weber vanaf 1953 een rookwarenwinkel op de Zuid-Willemsvaart. Dat combineert hij met een baan als advertentie-aquisiteur bij het Brabants Dagblad. Met zijn sigarenzaak keert Weber terug in de wereld van zijn vader. De zaak krijgt als naam ‘De Mauk’. Dat is zijn bijnaam bij BVV en in Den Bosch, ontleend aan de Haagse voetballer Mauk Weber (1914-1978), die in de jaren dertig 27 interlands heeft gespeeld en bekend stond als een keiharde verdediger. Na een ziekte die vooral in de laatste weken zwaar verdraagbaar is, overlijdt Harrie Weber op 7 november 1983 op 62-jarige leeftijd. | 215 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 8, 27, 43, 46
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 50, 57, 81, 126, 148, 191, 205, 211, 215-216, 217, 221, 236